Johann Bernoulli Stichting voor de Wiskunde te Groningen

Jan Popken 1905-1970

Jan Popken (Smilde 14 December 1905 - Amsterdam 6 Augustus 1970) was a "privaat-docent" at the University of Groningen between 1937 and 1940.

Jan Popken werd op 14 December 1905 geboren in Hijkersmilde in de buurt van Smilde (een buurtschap die nu onder de gemeente Smilde valt) in het gezin van Jan Popken en Jantje Hofman. Vader Jan Popken sr. had een bloeiend landbouwbedrijf en was tevens dorsondernemer en had op het hoogtepunt van zijn bedrijf twee dorsmachines tot zijn beschikking en honderd arbeiders in dienst. Dankzij deze omstandigheden kreeg Jan jr. de kans om aan de Rijksuniversiteit in Groningen te gaan studeren. Het was in Jans jonge jaren heel bijzonder dat iemand van gewone afkomst mocht gaan studeren.

Vroege carrière. In Groningen studeerde hij wis- en natuurkunde, waar hij op 15 Februari 1927 zijn candidaats examen behaald en op 2 Juli 1930 cum laude afstudeerde. Zijn leermeesters in Groningen waren van der Corput en Barrau. Na zijn afstuderen bracht hij in 1931 samen met Jurjen Koksma (die in al 1927 afgestudeerd was en in 1930 bij van der Corput gepromoveerd was) twee semesters door aan de universiteit van Göttingen bij de getaltheoreticus Edmund Landau. Samen met Koksma schreef hij vervolgens een artikel over de transcendentiemaat van het getal $e^{\pi}$. Daarna keerde hij terug naar zijn geboorteplaats om aan zijn proefschrift te werken.

Hij promoveerde cum laude in Groningen op 12 Juli 1935 bij J.G. van der Corput op het proefschrift met de titel Über arithmetische Eigenschaften analytischer Funktionen. Van der Corput schrijft in zijn herdenking van Popken: "De periode na zijn dissertatie tot aan het eind van de wereldoorlog was somber voor deze geleerde. Zijn proefschrift, hoe belangrijk ook, werd in Nederland door slechts weinigen werkelijk gelezen, begrepen en op ware prijs gesteld. Wiskundigen hebben nu eenmaal niet zo gemakkelijk de gelegenheid om uit de hun beschikbare tijd een periode van een maand te lichten, uitsluitend ter bestudering van een buiten hun eigenlijke belangstelling gelegen geschrift. Ik heb de indruk dat hij in die periode een schok gekregen heeft, waarvan hij zich nooit helemaal hersteld heeft, maar daar sprak hij nooit over."

Latere carrière. In de periode van 1937 tot 1945 was hij werkzaam als leraar in Den Haag, Veendam, en in Ter Apel. Ondertussen was hij in 1937 als privaatdocent toegelaten aan de Universiteit van Groningen met leeropdracht Capita selecta uit de analyse. Op 3 Mei 1937 gaf hij zijn openbare les, getiteld Over het rekenkundig karakter van getallen; hij bleef daar tot 1940 privaatdocent. Van 1940 tot 1942 bekleedde hij diezelfde functie aan de Universiteit Leiden. Toen na de bevrijding aan de Universiteit te Groningen een cursus voor Delftse studenten werd georganiseerd, kreeg hij de opdracht om de meetkunde colleges te geven, terwijl hij na het beëindigen van deze taak een leeropdracht vervulde aan bovengenoemde Universiteit. Vanaf 1947 was hij werkzaam bij het Mathematisch Centrum te Amsterdam. In datzelfde jaar werd hij benoemd als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht; zijn inaugurele rede, uitgesproken op 20 October 1947, was getiteld De jeugdperikelen van het getal. Vanaf 1955 was hij in dezelfde functie werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam; daar werd op 11 Maart 1957 zijn inaugurele rede gehouden, getiteld Mathesis en Maatschappij. In 1954 trad hij toe toe tot de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

Op 9 Augustus 1947 was Jan in Groningen getrouwd met Catharina Cornelia Johanna ten Cate, de stiefdochter van van der Corput. Uit dat huwelijk zijn drie kinderen geboren. Jan Popken stierf na een langdurige ziekte op 6 augustus 1970 te Amsterdam.

Publikaties van J. Popken op MathSciNet

  • J. Popken, Over het getal $\pi$. Euclides 18 1(2) (1941) 7-14

Mathematics Genealogy Project voor J. Popken

Literatuur over J. Popken

[HWB en HSVdS Augustus 2021]